Stage in een eerste kleuterklas
Maandag 30/11/2009
BC 'DE SINT'
Bewegingsopvoeding
Voor beweging trok ik met de kinderen naar de bewegingszaal van de school. Daar oefenden de kinderen een opwarming, vrij bewegingsspel en een relaxatiespel uit.
Opwarming:
Tijdens de opwarming voerden de kinderen twee opdrachten uit:
1. De kleuters kregen elk een stokpaardje. Daarmee werden verschillende speelse opdrachten uitgevoerd. Deze opdrachten werden geformuleerd als volgt:
- “Wie kan huppelen met zijn stokpaardje?”
- “Wie kan lopen met zijn stokpaardje?”
2. De kleuters kregen elk een pittenzakje. Ook daarmee werden verschillende speelse opdrachten uitgevoerd. Deze opdrachten werden geformuleerd als volgt:
- “Wie kan huppelen, lopen, sluipen met een pittenzakje in zijn hand?”
- “Wie durft met zijn pittenzakje door een schoorsteen(de hoepel over zichzelf trekken) kruipen?”
- “Wie probeert te springen, kruipen met een pittenzakje in zijn hand?”
Vrij bewegingsspel:
Tijdens het vrij bewegingsspel konden de kinderen vijf verschillende opdrachten uitvoeren. Op voorhand legde ik de opdrachten uit en daarna konden de kinderen zich uitleven als echte zwarte pieten.
Opdracht 1: Over de daken lopen.
De delen van een plint lagen achter elkaar.
Ik zei: “Dit zijn de daken waar de zwarte pieten over moeten.”
Ik liep in de delen van de plint om het voor te tonen.
Opdracht 2: Cadeautjes in de schoorsteen gooien.
Ik had een touw in een cirkel gelegd. Naast de cirkel lagen er pittenzakjes (cadeautjes).
Ik zei: “Zwarte piet heeft zijn zak met cadeautjes bij ons achter gelaten","Jullie moeten de cadeautjes rondverdelen en in de schoorsteen gooien”.
Ik gooide de cadeautjes in de schoorsteen zodat het duidelijk was voor de kinderen.
Opdracht 3: Pietenmutsen zoeken.
Tussen verschillende spullen (bank, mat, doeken, hoepels) lagen er mutsen verstopt.
Ik zei: “De Zwarte pieten zijn hun mutsen kwijt","Jullie mogen hun mutsen zoeken.”
Opdracht 4: Zo sterk als zwarte piet.
Er lag een groot doek op de grond met cadeautjes er op.
Ik zei: “Zijn jullie sterk genoeg om een zwarte piet te zijn?", "We zullen eens kijken of jullie al de cadeautjes in de lucht kunnen gooien".
Opdracht 5: Zo gek als zwarte piet.
Er lagen grote matten op de grond om er vrij op te bewegen.
Ik zei: "pieten tonen graag gekke kunstjes aan anderen", "jullie mogen eens tonen hoe gek jullie zijn".
Voor we begonnen met spelen, maakte ik eerst enkele afspraken:
* We doen elkaar geen pijn.
* we zorgen goed voor het materiaal.
* We maken geen materiaal stuk.
* We starten pas met spelen als jullie de muziek horen.
* Als de muziek stopt dan gaan jullie naar een andere hoek.
Zodra de muziek speelde, voerden de kinderen de opdrachten uit.
Relaxatie:
De kinderen lagen neer op de grond in de zaal.
Ik gaf hen elk een doekje en dat legden ze op hun mond. De opdracht was om het drie keer omhoog te blazen. De kinderen probeerden het omhoog te blazen op een rustig muziekje.
Daarna gaf ik nog een opdracht. Samen met een vriendje moesten ze de opdracht vervullen. De kinderen zochten een vriendje en gingen rustig neerzitten.
Een iemand ging neerliggen op de grond en het vriendje ging er naast zitten. De persoon die neerzat wreef met een pittenzakje over de rug van zijn vriendje.
Wanneer ik de muziek stop zette, wisselden de kinderen om.
(Zondag 10/01/2010)
Lekkerbek Violet
13 jaar geleden